Open menu

taartTaart zonder oven: vier voorbeelden van hoe simpel of ingewikkeld je een taart kunt maken als je oven kapot is.

Als de orde der dingen zou kloppen, was de oven niet kapot rond mijn verjaardag. Zolang ik niet jarig ben is het niet zo erg. Hij is ook niet erg stuk: hij wordt wel warm. Sterker nog, de oven weet van geen ophouden. Hij doet het eigenlijk heel goed, houdt alleen geen maat. Hij wordt alsmaar heter en heter. Dat is meestal niet erg. Zolang het gaat over tomaatjes grillen of een pizza opwarmen doet hij het prima. En zelfs een schaal lasagna lukt wel, zolang ik er maar een oogje op hou, aluminiumfolie op de schotel leg om een zwartgeblakerde bovenkant te voorkomen en af en toe de ovendeur op een kier zet om de ergste hitte af te voeren. (Wat dat betreft zou het niet erg zijn als het nu winter was, want de keuken kan behoorlijk koud zijn, maar bij stortregen of klamme hitte is een open oven echt nergens goed voor.)

Maar ik was jarig en dan heb ik meestal geen behoefte aan diepvriespizza of lasagna. Dan wil ik taart. En voor taart luistert de oventemperatuur meestal net iets nauwer dan voor diepvriespizza en de meeste soorten gebak worden niet gelukkig als je de ovendeur op een kier zet om een tochtstroom binnen te laten. Waar het taart betreft, laat de oven het dus lelijk afweten.

Taart zonder oven dus.

Deel 1: weinig moeite, veel taart
Als eerste waren de collega's aan de beurt. Ik heb veel collega's, een stuk of zeventig. Dat is best veel. Jarige mensen gooien daarom meestal een stapel gevulde koeken en/of minimarsjes enzo in de koffiehoek neer, en sturen een mailtje rond om te vertellen dat zij de jarige zijn. Creatievelingen zetten ook een doos kersen neer, zuinigen halen alles bij de Aldi en wie uitpakt slaat goedkope vlaai in. Maar dat is niet mijn stijl. Al was het alleen maar omdat ik geen roze koeken of marsen lust. Ik heb bovendien als voordeel dat ik in de zomer jarig ben. Dan neemt het aantal collega's fors af. En daarom valt er wel taart voor te bakken. Of te maken dus.

Twee taarten. Eén met chocola, heel erg veel chocola. En één met citroen en frissigheid. Deze twee taarten kosten samen een uur om te maken en moeten daarna een nachtje in de koelkast. Je maakt er dertig tot veertig mensen blij mee. En ze doen het enig op de papieren schoteltjes van de hema. Met van dat leuke gekleurde wegwerpbestek.

Allebei de taarten zijn mooi in een 26-centimeter springvorm, maar dat luistert niet zo nauw. En ze moeten in de koelkast om op te stijven, dat luistert wel nauw. Begin daarom met plaats maken in de koelkast; niet ál het bier hoeft altijd koel te staan.

Begin met het voorbereiden van de springvorm. Leg de bodem van je springvorm op zijn kop (dus met het opstaande randje naar beneden) voor je. Knip een stuk bakpapier dat een stuk langer is dan de springvorm. Vouw het zo om, dat het totaal nog wel de hele bodem bedekt. Leg het bakpapier met de korte, omgevouwen kant naar beneden op de springvormbodem. Klem nu de rand eromheen. Dat gaat misschien een beetje lastig omdat de bodem verkeerdom zit, maar als je het zo doet krijg je wel je taart weer makkelijk uit de vorm.
Als je nu de taart op een mooie schaal wil storten, schuif je hem eerst met bakpapier en al van de bodem op de schaal, doet de rand er weer omheen (dan hoef je niet met je vingers de schuivende taart vast te houden) en trekt aan het omgevouwen stuk het bakpapier onder de taart door vandaan.

Nog een woord over koekkruimels. Om de koekjes tot kruimels te krijgen heb je meerdere opties. De makkelijkste is met een keukenmachine (en dan de pulsknop gebruiken). Iets minder geavanceerd is het hakmolentje van de staafmixer. Daar moet je de koekjes in twee porties in verkruimelen, als je het in één keer doet hou je wonderbaarlijk genoeg een hakmolenbakje vol heel fijn koekjesgruis en vijf hele bastognekoeken over. Heel curieus, zeker als je met biskwietjes was begonnen. Als je niet van de elektrische apparaten bent, kun je de koekjes ook in een stevige plastic zak doen en de koekjes met een deegroller (of een willekeurig ander slagwapen) tot gruis meppen. Zorg wel dat het zakje stevig en goed dicht is, anders moet je de kruimels later weer van het plafond stofzuigen.

Chocoladetruffeltaart
1 pak verkruimelde bastognekoeken
150 gram boter
600 ml slagroom
3 eetlepels suiker
600 gram extra bittere chocola

  • Laat de boter in een pannetje op laag vuur smelten, maar niet bruisen.Meng de koekkruimels met de gesmolten boter en verdeel het mengsel over de bodem van de bebakpapierde springvorm. Zorg ervoor dat de bodem helemaal bedekt is en druk het goed aan, met je vingers of de achterkant van een lepel.
  • Laat de taartbodem in de koelkast afkoelen terwijl je de vulling maakt.
  • Breek de chocola in een kom. Zet de kom op een pan waar een klein laagje kokend water inzit, maar zorg ervoor dat het water de pan niet raakt. (Dit is 'au-bain-marie' verwarmen.)
  • Dek de kom af met een deksel of een bord en zet het geheel op een zacht vuur. Als de chocola (bijna) helemaal gesmolten is, haal je de pan van het vuur en de kom van de pan. Laat de gesmolten chocola afkoelen. (Als je warme chocola door de geklopte slagroom mengt, verdwijnt de lucht weer uit de slagroom en hou je chocoladepasta over.)
  • Klop ondertussen de slagroom stijf met de suiker.
  • Meng de gesmolten chocola met een spatel door de geslagen slagroom. Zorg ervoor dat je geen witte strepen meer ziet. Als je een glaasje cognac, espresso of iets anders sterks wil toevoegen is dit ook het moment. Afhankelijk van hoe puur de chocola was, is het nu behoorlijk sterk (en voor kinderen niet echt lekker). Proef daarom of er misschien nog wat suiker doormoet.
  • Stort de chocolademousse op de taartbodem, strijk de bovenkant glad en laat de taart een nacht opstijven in de koelkast.

Ik had hem versierd met geraspte witte chocola, wat de helft van mijn collega's voor kokos aanzag. Wil je dat (of iets anders) ook doen, doe het dan voordat de taart de koelkast ingaat: hij stijft verbazend snel en verbazend stijf op (bij mij lag het witte chocoladeraspsel los op de taart en dat ziet er niet héél charmant uit na een fietstochtje...)

Citroencheesecakecitroencheesecake
Deze cheesecake is niet geheel calorievrij. Dat wordt niet veel beter als je light creamcheese gebruikt, als je dat overweegt kun je de taart beter niet maken. Ik gebruikte country cookies van de Albert Heijn, maar elke soort digestive is goed (want niet zo zoet). In dit recept wordt de citroensap ingekookt met de suiker. Dat is vooral handig als je de taart, zoals ik deed, eerst naar je werk vervoert en dan de halve dag op een bureau laat staan: als je hem direct uit de koelkast serveert en het restant terugzet, is de kans dat hij uitloopt zowiezo niet groot en kun je dit achterwege laten.

De bovenkant van de taart is versierd met lemon curd. Dat kun je kopen, zelf maken of vervangen door geraspte citroenschil die je met suiker gemengd hebt, tot het mooi geel en zurig is.

250 gram verkruimelde koekjes
100 gram boter
600 gram creamcheese
3 citroenen
100 gram suiker
300 ml slagroom
een halve pot lemon curd

  • Laat de boter in een pannetje op laag vuur smelten, maar niet bruisen.
  • Meng de koekkruimels met de gesmolten boter en verdeel het mengsel over de bodem van de bebakpapierde springvorm. Zorg ervoor dat de bodem helemaal bedekt is en druk het goed aan, met je vingers of de achterkant van een lepel.
  • Laat de taartbodem in de koelkast afkoelen terwijl je de vulling maakt
  • Rasp van één van de citroenen de schil heel fijn en pers ze alle drie uit. Verwarm het citroensap met de suiker, laat het op laag vuur inkoken tot de helft.
  • Roer de creamcheese los met de citroensiroop en de citroenrasp. Als dit mooi glad is, roer je er beetje bij beetje de slagroom door.
  • Smeer het creamcheesemengsel over de taartbodem en strijk het mooi glad. Laat de taart een nacht in de koelkast opstijven.
  • Smeer de lemoncurd over de taart.


Deel 2: meer ingrediënten en iets meer tijd

Kort na mijn eigen verjaardag is L jarig. Normaliter bak ik een taart voor hem, maar nu had ik al aangekondigd dat dat er niet inzat. De oven is tenslotte kapot. Maar eigenlijk vond ik dat helemaal niet leuk. Daarom ben ik op mijn eigen verjaardag, tussen werk en etentje, begonnen met het maken van deze flensjestaart. Het was een verrassing en moest daardoor op tijden waarop hij niet thuis was of even niet keek.

Ik heb dus op woensdagmiddag flensjes gebakken, donderdagmiddag de siroop gemaakt en taart in elkaar gezet. Donderdagavond heb ik hem met de chocolademousse afgewerkt en vrijdagochtend heb ik hem versierd en hebben we er feestelijk mee ontbeten.

Dit recept is voor een taartje van 16 centimeter doorsnee, of iets kleiner. Dat is de kleinste maat springvorm die de Hema heeft, maar een echte bakring is natuurlijk ook prima. Het kan ook zonder ring of rand, maar dan wordt het lastiger de flensjes even groot te krijgen, waardoor je meer een berg dan een egale stapel flensjes krijgt. Maar daar is met de chocolademousse nog best tegenop te boetseren.
Deze hoeveelheden zijn voor een taartje voor twee à drie personen, voor vier zou ik dezelfde vorm gebruiken en meer flensjes bakken (dan wordt je taart dus hoger). Als je meer bezoek verwacht, kun je grotere flensjes bakken. Let er echter op dat de taart er mooier uitziet als hij hoger is, ik had zeven flensjes en voor een taart met een grotere doorsnee zou ik ook voor een hogere stapel gaan.

Sinaasappel en chocola is een favoriete combinatie van L, maar als jouw geliefde meer van frambozen of aardbeien houdt kan dat natuurlijk ook. En wie durft het aan de sinaasappelrasp te vervangen door gesnipperde muntblaadjes en het sinaasappelsap door aangemaakte muntlimonadesiroop?

Sinaasappel-chocolade-flensjestaart

flensjestaartvoor de flensjes:
50 gram bloem
1 ei
300 ml melk
snufje zout
1 eetlepel gesmolten boter, plus meer voor het invetten

voor de sinaasappelsiroop:
2 sinaasappels
50 gram suiker

voor de chocolademousse en versiering:
100 gram pure chocola
1 sinaasappel
100 ml slagroom
1 eetlepel suiker

Begin met de flensjes:

  • Meng de bloem en het zout. Maak een kuiltje in het midden en breek daar het ei in.
  • Giet er een derde van de melk bij en roer het tot een dik, glad beslag.
  • Voeg beetje bij beetje de rest van de melk toe en als laatste een eetlepel gesmolten boter. Het wordt een behoorlijk dun beslag.
  • Vet een koekenpan licht in met gesmolten boter, en ook de rand van de springvormrand of de bakring.
  • Zet de rand of ring met de beboterde kant naar beneden in de koekenpan en giet er een sauslepel beslag in. Het moet nét genoeg zijn om de ring helemaal te vullen, maar niet te dik worden. Kleine gaatjes zijn geen probleem.
  • Als het beslag aan de bovenkant gestold is, haal je de rand ervanaf en keer je het flensje.
  • Laat de andere kant even bakken, tot deze ook mooi goudbruin is.
  • Bak zo flensjes tot het beslag op is (ik kreeg er zeven flensjes uit) en laat ze op een bord afkoelen.

Je kunt de gebakken flensjes een dag of twee in de koelkast bewaren, maar als je nog even tijd hebt kun je ze beter al in de sinaasappelsiroop zetten, dan kan het langer trekken.

Maak de sinaasappelsiroop:

  • Rasp de schil heel dun van de sinaasappels en pers ze uit.
  • Breng sinaasappelsap, -schil en suiker aan de kook en laat het tot de helft inkoken.
  • Proef (voorzichtig, het is heet) of je de siroop zoet genoeg vindt en voeg meer suiker toe als je dat lekker vindt.
  • Bekleed de springvorm of ring met plasticfolie (zet een ring op een bord, zodat je een bodem hebt.)
  • Leg een flensje zonder gaatjes op de bodem, besmeer met wat siroop, weer een flensje, weer siroop, enz, tot aan het laatste flensje.
  • Spreid hier alle overgebleven siroop over uit.
  • Klap het plasticfolie strak over je flensjestaart. Leg er een stuk bakpapier op en zet daar iets zwaars bovenop (een groot blik tomatensoep bijvoorbeeld, of een pak suiker).
  • Laat minstens een paar uur, maar liever nog een nacht staan: zo trekt de siroop in de flensjes en wordt het meer één geheel.

Voor de chocolademousse:

  • Smelt de chocola au-bain-marie of in de magnetron. Laat de chocola afkoelen.
  • Rasp de schil van de sinaasappel heel fijn.
  • Schil daarna de sinaasappel heel dik, zodat ook de witte velletjes eraf zijn. Vang het sap op terwijl je de partjes sinaasappel tussen de velletjes uitsnijdt.
  • Bewaar de sinaasappelpartjes in een afgesloten bakje.
  • Klop de slagroom stijf met de suiker.
  • Spatel de afgekoelde chocola, de sinaasappelrasp en twee eetlepels sinaasappelsap door de slagroom, tot het een mooie egale mousse is geworden.
  • Knip vier repen bakpapier van een paar centimeter breed en minstens zo lang als de springvorm. Leg deze in een vierkant op een bord, zo dat, als je de taart erop ligt, onder de hele rand bakpapier ligt.
  • Pak de flensjestaart uit het plasticfolie en leg hem middenop het bakpapiervierkant.
  • Spreid de chocolademousse over de taart uit en besmeer ook de zijkant. Maak hem mooi glad en recht.
  • Trek voorzichtig de bakpapierrepen onder de taart vandaan: als je een beetje hebt geknoeid met de mousse, is dat op het papier gelekt en niet op je taartschaal en dus ligt je taart er nu prachtig bij.
  • Zet de taart nog minstens een uur (maar een nacht is ook prima) in de koelkast om op te stijven.
  • Vlak voor je hem serveert, versier je de bovenkant met de sinaasappelpartjes.


Deel 3: voor de diehard taart-zonder-ovenaar

Het laatste experiment was voor ons verjaarspartijtje. Voor vrienden ben ik iets kritischer dan collega's en bovendien heb ik iets heel spannends bedacht: schuimtaart moet je ook zonder oven kunnen bakken. Het experiment blijkt onwaarschijnlijk lang te duren, maar werkt wel. Echt iets om trots op te zijn, een schuimtaart zonder oven... (Maar niet iets om te adviseren, bij twijfel kun je ook naar de bakker fietsen voor moorkoppen.)

De truc is dat eiwitschuim al bij een vrij lage temperatuur gaart, mits je het de tijd geeft. Eigenlijk maken we een mini-oventje, dat au-bain-marie werkt. Begin daarom met in je keukenkastje de volgende dingen te zoeken: een grote pan, een tweede pan (bij voorkeur een wok), een taartvorm met een lage rand of alleen de bodem van een springvorm en een deksel, en dan het liefst één die net ín de tweede pan past.
In de grote pan giet je kokend water met een flinke hand zout (dat zout zorgt ervoor dat het water bij een hogere temperatuur kookt, waardoor het geheel iets heter wordt, ik heb het niet zonder geprobeerd dus ik weet niet zeker hoe sterk het effect hiervan is). Zet de wok in de pan kokend water, met z'n bodem in het kokende water. In de ideale wereld is je wok net iets groter dan de pan waar hij inhangt, zodat de pan water afgesloten is en er geen stoom langs kan. Als dat niet helemaal zo werkt, bijvoorbeeld door de handvatten van je wok, is dat geen probleem, als de wok echt kleiner is dan de pan waar hij inhangt moet je goed oppassen: je wil geen water bij je schuimtaart.
In de wok komt de taart in zijn vorm, en daarbovenop weer een deksel. Als je de constructie bij elkaar hebt gezocht, kun je het schuim maken.

Als je een taartvorm met een lage rand hebt, vet je deze goed in. Als je een springvorm gebruikt, leg je de bodem in de wok. Leg er een groot vel bakpapier op, zodat ook de randen van de wok bebakpapierd zijn. Zorg er wel voor dat er geen bakpapier over de rand van de wok hangt. De rand van de springvorm gebruiken we niet.

Schuimtaart zonder oven, maar met chocola en aardbeien
2 eiwitten
125 gram poedersuiker
1/2 theelepel azijn
1 theelepel maizena
een pond aardbeien
150 gram chocola
250 ml slagroom

  • Sla de eiwitten stijf met een snufje zout.
  • Voeg tijdens het kloppen beetje bij beetje de suiker toe. Het eindresultaat is een glanzend schuim, dat zo stijf is dat je de kom op zijn kop kunt houden.
  • Spatel als laatste de azijn en de maizena erdoor.
  • Schep het schuim in de vorm en leg deze in de wok. Of, als je een springvormbodem gebruikt, schep het schuim op de bodem wok. In dat geval mag het schuim ook tegen de rand van de wok aankomen. Spreid het mooi gelijkmatig uit.
  • Giet genoeg kokend water in de grote pan, met een hand zout, en zet de wok in de grote pan. Zet een deksel op de wok. Laat de taart hier een aantal uur in 'bakken', tot ook de bovenkant (bijna) droog is.

Nu hangt het van de grootte van het geheel af hoe lang het duurt, maar reken op een uur of vier. Controleer af en toe of er nog water in de grote pan zit en vul zonodig aan met kokend water. Veeg dan ook meteen de binnenkant van de deksel droog.

Als je de taart meteen na het klaarmaken gaat opeten is het geen probleem als het schuim nog een beetje zacht is bovenaan: dat wordt lekker met de slagroom. Als je dit te lang laat staan, wordt het echter een kleffe bende en dan kun je beter wachten tot het schuim helemaal is uitgehard. Als het is uitgehard, smeer je er een laagje gesmolten chocola op. Zo trekt de slagroom niet in de schuimtaart.

Als de taart klaar is, schep je er slagroom op (stijfgeklopt, maar zonder suiker: dat schuim is echt zoet zat!) en een grote berg aardbeien. Als je geen chocola op de schuimbodem hebt gesmeerd (bijvoorbeeld als hij niet helemaal was uitgehard) is het leuk de aardbeien in de gesmolten chocola te dopen, in de koelkast te laten afkoelen en daarna op de slagroom te leggen.

Redacteuren gezocht

Heb je zin om ons team te versterken? Wij zijn op zoek naar nieuwe culinaire redacteuren, gastredacteuren en restaurantgidsredacteuren.. Ben je geïnteresseerd? Lees hier verder!

kookworkshop

Volg ons op

 

Twitter logo

the Kitchenary

horecarama