De Faeröer Eilanden zijn een eilandengroep in de Atlantische Oceaan, net in het midden tussen Schotland, IJsland en Noorwegen. De eilanden zijn een autonoom gebied binnen het Koninkrijk Denemarken, net zoals Groenland. Ze hebben hun geheel eigen taal, cultuur en geschiedenis. Sinds een paar jaar zit het toerisme er in de lift, hoewel het absoluut nog geen platgetreden pad is. De toeristen vallen vooral op omdat ze in wandelkledij de afgelegen vergezichten bezoeken. In dit artikel deel ik mijn ervaring over mijn recente reis naar de Faeröer, algemene informatie, hoe je je ter plekke kan verplaatsen en natuurlijk ook hoe je er lekker vegetarisch kan eten.
De Faeröer algemeen
De Faeröer Eilanden zijn, zoals reeds aangegeven, een autonoom land binnen het Koninkrijk Denemarken. Ze hebben hun eigen taal, het Faeröers - een Germaanse taal, en hun eigen cultuur, gebruiken en geschiedenis. Met Denemarken delen ze onder meer de munt, de Deense kroon (DKK), buitenlands beleid en landsverdediging. In tegenstelling tot Denemarken zelf zijn ze geen lid van de Europese Unie. Dit betekent dat je geen gratis roaming hebt, maar wel dat je bepaalde dingen taksvrij kan kopen. Om erheen te reizen heb je enkel een identiteitskaart of een paspoort nodig.
Ze hebben net de mijlpaal van de 55.000 inwoners bereikt. Dit is laag in vergelijking met de oppervlakte, maar een groot deel van de eilanden bestaat dan ook uit steile bergen die niet bewoonbaar zijn. De mensen wonen voornamelijk op de vlakke gebieden aan de kust. De hoofdstad is Tórshavn en het groter hoofdstedelijk gebied heeft zo'n 24.000 inwoners. Dit maakt van Tórshavn nog geen wereldstad, maar je vindt er wel alles wat je van een hoofdstad verwacht zoals musea, een uitgaansleven, een ziekenhuis, een universiteit en overheidsinstellingen. Een overzicht van de evenementen in Tórshavn vind je op de website Tímin.
De voorzieningen op de eilanden zijn goed. De levenskwaliteit en levenstandaard zijn Scandinavisch. De infrastructuur is modern en je kan overal met de bankkaart betalen. Je hoeft dus eigenlijk geen kronen te pinnen. In noodgevallen kan je trouwens ook met euro's betalen. Ook over veiligheid hoef je je hier totaal geen zorgen te maken: de criminaliteit is bij onbestaand en iedereen is vriendelijk en behulpzaam. Het enige waar je rekening mee moet houden zijn de weersomstandigheden. Boten en bussen kunnen geannuleerd worden bij stormweer. Wanneer je trektochten maakt dien je hier ook op te letten. Vertrek voorbereid en alles zal goed gaan. Wanneer je trektochten maakt is een simkaart aangewezen. Het netwerk is uitstekend op elke plek.
Het eiland Nólsoy
Accomodatie en verplaatsingen
Accomodatie vinden is geen probleem, je vindt het in alle soorten en maten: hotels, Airbnb, camping en een hostel. Hotels vind je echter niet onder €100 per nacht. De rest lijkt wat meer betaalbaar. Een flat of een kamer huren is een goed alternatief dat ik zelf ook gebruikt heb. Campings vind je ook voldoende, zowel voor campers als voor tenten en deze zijn echt niet duur. Op het eiland Nólsoy en in Elduvík mag je je tent zelfs gratis opzetten. Wildkamperen is echter niet toegestaan. Zorg wel altijd voor een stevige tent omwille van de vaak sterke wind.
Je vindt slechts één echt hostel Giljanes, op het eiland Vágar. Deze ligt op ongeveer 10 km van de luchthaven en heeft een goede busverbinding met zowel de luchthaven als de hoofdstad Tórshavn. Ik heb hier ook drie nachten verbleven en kan de hostel aanraden. Verwacht een eenvoudige, propere plek met een mooie ligging en goede kookfaciliteiten. Daarnaast kan je er ook camperen met gebruik van de faciliteiten. Wees wel lief tegen Felix, de hostelkat.
Felix, de mascotte van Giljanes
Om je te verplaatsen lijkt een huurauto het meest logisch. De huurauto reserveer je vooraf online en deze staat dan klaar op de luchthaven. Houd ook rekening met bijkomende kosten voor ferry's en onderzeese toltunnels. Wanneer je de ferry neemt vanuit Denemarken kan het ook met de eigen auto. Het busnetwerk is echter verrassend goed voor een natie van slechts 55.000 inwoners. Verwacht geen bus elk uur, maar met een beetje planning kan je wel ongeveer overal geraken. Voor mij was dit geen enkel probleem. Voor vier dagen onbeperkt vervoer met bus en ferry betaal je DKK 500 (ca. EUR 67), voor 7 dagen DKK 700 (ca. EUR 94).
Voor moeilijk bereikbare plekken kan je nog altijd een excursie boeken of simpelweg liften. Liften is trouwens belachelijk eenvoudig. Ze gaan je enkel weigeren wanneer het niet echt mogelijk is en vaak leidt het nog tot interessante gesprekken.
Daarnaast heb je binnen het grotere gebied van Tórshavn gratis bussen, wat echt opmerkelijk is voor een eigenlijk kleine stad. Bepaalde centrale lijnen rijden elk kwartier, andere naar de dorpjes zoals Kirkjubøur gaan een paar keer per dag. De routes van deze stadsbussen zijn trouwens geïntegreerd op Google Maps, wat erg handig is. De eerdere vermelde lijnbussen kent Google helaas nog niet.
Hostel en camping Giljanes
Eten op de Faeröer
Vegetarisch eten is geen probleem, vegan mits wat voorbereiding is ook mogelijk. Het gros van de restaurants vind je in Tórshavn. Het aanbod hier is ruim: fastfood, pizza, Aziatisch, sushi en ook de verfijnde keuken. Buiten Tórshavn is het aanbod meer beperkt. Als er al een restaurant is, gaat het vaak om pizza en hamburgers. Voor de vegetariërs betekent dit dus pizza of friet. Kijk ook naar de openingstijden, vaker zijn deze ofwel 's middags danwel 's avonds open. De restaurants zijn niet echt gericht op toeristen, maar vooral op de lokale bevolking.
De toeristische dienst maakte een vegan guide voor de eilanden. Je merkt echter wel dat de meeste restaurants in de hoofdstad liggen. Ze zijn helaas vergeten Hamsa in Hoyvik, net buiten Tórshavn, met uitstekende vegan opties te vermelden. Bij de twee vermelde restaurants buiten de hoofdstad ben ik trouwens geweest: allebei verdienen ze alvast een 10 voor gezelligheid en inrichting. Bij Fiskastykkið op Vágar, niet ver van de hostel, hebben ze één vegan hoofdgerecht. Ik heb echter de (niet vegan) wafels genomen en die waren hemels. Bij Café MorMor in Tvøvoyri op het eiland Suðuroy had ik een linzensoep met een zelfgebakken broodje. Erg lekker. Het hardgekookt ei, zoals te zien op de foto, kan worden weggelaten. Ze hebben trouwens ook mooie gastenkamers.
Uit eten is niet goedkoop, maar anderzijds kan je duurder uitkomen wanneer je in het centrum van Amsterdam de foute zaak binnenstapt. Een leuke eetplek die ik nog kan meegeven is Tasty, met een vestiging in Tórshavn en in Hoyvik. De pasta pomodoro die ik had was niet duur, minder dan €15, en werd opgediend met een versgebakken broodje van pizzadeeg. Prima bereid, maar alleen was het wel eerder pasta arrabiata dan pomodoro. De andere gerechten op de kaart klopten dan weer wel.
Een goed alternatief voor een restaurant is zorgen dat je een keuken hebt (veel campings hebben er trouwens een) en zelf koken. Dit heb ik zelf ook regelmatig gedaan. Supermarken vind je voldoende, vaak met ruime openingstijden soms tot 23 uur. Op zondag kan je ook wel een paar kleinere supermarkten vinden die open zijn of je kunt terecht bij een tankstation waar je altijd wel de basisdingen kan kopen alsook een koffie. Een toilet is hier ook standaard.
Je vindt een aantal grotere supermarkten van de ketens FK en Bónus. Verwacht niet letterlijk alles te vinden, maar plantaardige melk, diepgevroren vleesvervangers, tofu in een glazen pot en vegan kaas van Violife heb ik op meerdere plaatsen gezien. Bónus is doorgaans iets goedkoper dan de rest. De kleinere supermarkten zijn eerder buurtsupers die trouwens ook vaak koffie en koffiebroodjes verkopen. Bakkerijen zoals bij ons hebben ze niet, op een trendy uitzondering na. Het brood in de supermarkten komt doorgaans ofwel voorverpakt uit Denemarken danwel van de lokale bakkerij Mylnan. En dat laatste is verrassend lekker.
Een reden om zelf eten mee te nemen van thuis is er niet, tenzij je toch met de eigen wagen komt of wanneer er iets is waar je echt aan gehecht bent. Je vindt zo goed als alles. Wel ben ik geen gnocchi tegengekomen, maar dat is niet ook niet onoverkomelijk. Het enige wat ik zou overwegen voor een eventuele volgende keer is een pot 100% pindakaas. De enige pindakaas die ik vond was flink bewerkt.
Griendenjacht
Een gevoelig thema is de grindadráp, de traditionele jacht op grienden. Buiten de Faeröer erg controversieel en voor sommigen zelfs een reden om de eilanden te mijden. Deze jacht verdient mijns inziens geen schoonheidsprijs, maar je moet deze wel kunnen kaderen in de context van het leven op een afgelegen eilandengroep met vroeger barre omstandigheden en waar mensen noodgedwongen nog meer zelfvoorzienend zijn dan bij ons. Ik ga in dit artikel geen discussie voeren want deze is complex, maar ik kan het binnen de context van Vegatopia ook niet doodzwijgen. Op het internet vind je een aantal oproepen om omwille van deze jacht niet naar de Faeröer te gaan. Persoonlijk vind ik dit een beetje zinloos, want het toerisme op de eilanden is vooralsnog vrij beperkt en vormt maar een klein deel van de totale inkomsten. De jacht is niet commercieel staat ook totaal los van het toerisme: ze maken er geen reclame voor en gaan zeker geen toeristen uitnodigen. Indien je toch wil meedoen aan de boycot, wees dan wel zo consequent om ook niet naar een land te gaan waar bijvoorbeeld stierengevechten en stierenrennen nog steeds legaal zijn, want deze zijn uiteindelijk misschien nog wreder omdat het echt enkel gaat om puur vermaak waar toeristen trouwens wel voor uitgenodigd worden.
Conslusie
Ben je op zoek naar een actieve vakantie, van rustige wandelingen tot trektochten op alle niveaus, met prachtige uitzichten, dan kunnen de Faeröer Eilanden een bestemming zijn voor jou. Het is wel geen land voor overdreven luxe: dus geen resorthotels, of om koffie te drinken op zonnige terrasjes en van winkeltje naar winkeltje te slenteren. Op het gebied van vegetarisch eten hoef je je echt geen zorgen te maken, overal vind je wel iets, minstens een pizza of een pasta. Een lunchpakket meenemen kan wel handig zijn voor 's middags, maar dat geldt voor niet-vegetariërs, omdat je vaak op afgelegen plekken komt. Er zijn op de eilanden voldoende supermarkten met een goed aanbod. De Faeröer zijn niet echt een goedkope bestemming, maar uiteindelijk beslis je zelf hoeveel je uitgeeft. Wanneer je het mooiste hotel en het beste restaurant wil en georganiseerde excursies, dan wordt het echt duur. Wanneer je een beetje uitkijkt en niet constant op restaurant gaat, dan valt het allemaal wel mee. Meer informatie vind je op de website Visit Faroe Islands, nieuws over de Faeröer in het Engels vind je op Local.fo.
Tjørnuvík
Eiði
Viðareiði
Gásadalur