Het is altijd een hiephoi-moment als ze weer in de winkel of de marktkraam liggen: raapsteeltjes. Een echte lentegroente die je moet eten als je kans hebt. Heerlijk in een stamppotje, en nog lekkerder in een gebakken stamppotje. Met verse doperwtjes erbij, dubbel lente.
Raapstelen zijn echte seizoensgroenten. Verkrijgbaar van april tot en met mei of juni. Ze schreeuwen lente en zijn voor mij voor altijd verbonden met mijn jeugd, als mijn moeder verheugd aankondigde dat ze stamppot met ‘keeltjes’ ging maken, zoals raapstelen in Brabant genoemd worden. Soms vind je ze in de supermarkt maar meestal moet je ervoor naar groenteboer, biowinkel of markt.
Dit recept heeft maar een paar ingrediënten omdat het ‘t lekkerst is om vooral de enigszins grassige, licht peperige smaak van de raapstelen te proeven, niet gehinderd door kruiden. En waarom de stamppot bakken? Omdat dat het verschil maakt tussen gewoon lekker en ontzettend lekker.
Voor 2 personen
Voor de stamppot
8 middelgrote kruimige aardappelen
½ glas melk
1 bosje raapstelen van ± 200 g
1 eidooier
100 gram geraspte belegen kaas
peper en zout
1 el olijfolie of zonnebloemolie
Voor de doperwtjes
700 g doperwten in de peul (je houdt ± 300 g erwtjes over)
3 bosuitjes
klontje boter
- Kook de aardappelen gaar en verwarm de melk. Stamp de aardappelen tot puree met de warme melk. Doe de melk er in beetjes bij, de puree moet niet te nat worden want dan wordt het lastig bakken.
- Snijd de worteltjes van de raapstelen. Snijd de raapstelen (inclusief de steeltjes) in stukjes van ongeveer 2 cm. Was ze en maak ze droog. Dat gaat heel gemakkelijk in de slacentrifuge.
- Meng de eidooier door de aardappelpuree. Meng er vervolgens de raapsteeltjes doorheen en daarna de geraspte kaas. Breng op smaak met peper en zout.
- Dop de doperwtjes.
- Verwarm een beetje olijfolie of zonnebloemolie in een koekenpan. Doe de raapsteelpuree in de pan en plet het geheel met een spatel tot het eruit ziet als een grote koek. Bak even op hoog vuur tot zich een korstje vormt aan de onderkant. Draai de koek om en laat ook die kant bruin worden. Zet het vuur laag en laat het geheel nog even warm worden.
- Kook ondertussen de doperwtjes in een paar minuten gaar in een beetje water en giet af. Snijd de bosuitjes in schuine plakjes. Fruit deze in een klontje boter (of wat olijfolie). Laat de erwtjes nog twee minuten zachtjes meebakken. Bestrooi met een klein beetje peper en zout.
Je kunt de puree al ruim van te voren maken, koud bakken gaat namelijk ook prima, of een restje van de vorige dag gebruiken. Een tip voor het omdraaien van de stamppot: schuif de koek vanuit de pan op een groot deksel. Leg de pan hier ondersteboven op, draai om en haal het deksel eraf. Zo blijft de koek heel.
Meer met raapstelen!
